Vanaf 2040 voert Vlaanderen de zogenaamde ‘betonstop’ of ‘bouwshift’ in. Wat betekent deze maatregel? Wat zijn de redenen en gevolgen?
Wat is de betonstop?
De betonstop, of bouwshift, is een beleidsmaatregel van de Vlaamse Overheid die vanaf 2040 wordt ingevoerd om verdere verharding van de open ruimte te beperken. Het doel is om tegen 2040 geen bijkomende open ruimte meer te bebouwen en om te schakelen naar een duurzaam ruimtegebruik. Vlaanderen wil dichter bij elkaar bouwen in de dorpskernen, in steden en dichtbij openbaar vervoer.
Ook de Waalse Overheid voert een betonstop in, weliswaar pas vanaf het jaar 2050.
De betonstop-maatregel houdt in:
- dat men enkel nog mag bouwen op ingenomen ruimte.
- dat men geen nieuwe vergunningen meer geeft voor bebouwing op nieuwe stukken grond.
- dat enkel de gemeenteraad na een openbaar verzoek en milieurapport beslist of je een vergunning krijgt.
Waarom de betonstop?
Vlaanderen wil:
- bebouwing beperken in overstromingsgevoelige gebieden.
- filevorming, wegenonderhoud en rioolkilometers beperken.
- landbouwgrond en natuurgebieden behouden voor toekomstige voedselzekerheid en het behoud van natuurlijke habitats.
- bestaande bebouwde gebieden beter benutten en verdichten om de infrastructuur en het openbaar vervoer efficiënter te gebruiken.
- de biodiversiteit beschermen, waterinfiltratie verbeteren en de effecten van klimaatverandering beperken. Verharde oppervlakken dragen bij aan wateroverlast en hittestress in stedelijke gebieden.
Hoe wordt de betonstop uitgevoerd?
De uitvoering van de betonstop wordt gefaseerd ingevoerd:
- De Vlaamse overheid werkt samen met gemeenten om bouw- en ontwikkelingsplannen te herzien en aan te passen.
- De Vlaamse overheid zet subsidies en stimulansen in om herontwikkeling en verduurzaming van bestaande bebouwde gebieden te bevorderen.
- Men wil burgers en bedrijven bewust maken van de voordelen van duurzame ruimtelijke ordening.
Wat zijn de gevolgen van de betonstop?
M.b.t. burgers
- Prijzen van vrijstaande en halfopen huizen gaan stijgen, omdat deze ook schaarser worden.
- Prijzen van bouwgronden gaan stijgen, omdat vergunde bouwgronden steeds schaarser worden.
- Burgers mogen geen nieuwe woningen meer bouwen in open ruimtegebieden. Dit zal je vooral merken in landelijke gebieden.
- Burgers met minder financiële middelen hebben minder opties om de hogere kosten voor hun bestaande woningen te betalen.
- Men zal meer in de hoogte gaan bouwen. Mogelijks gaan er appartementsgebouwen bijkomen en is er een kans op horizonvervuiling binnen kleinere gemeentes.
M.b.t. bedrijven
- Aanvragen voor vergunningen van bouwprojecten worden moeilijker verkrijgbaar en mogelijks duurder.
- Bouwbedrijven en projectontwikkelaars moeten hun strategieën aanpassen aan de betonstopmaatregels.
- Binnenstedelijke projecten zijn vaak complexer vanwege de beperkte ruimte. Dit kost bouwbedrijven mogelijks meer.
- Sommige bouw- en vastgoedbedrijven vrezen verlies van werkgelegenheid en omzet door de beperkingen op nieuwbouw.
- Er is kritiek op het gebrek aan duidelijke richtlijnen en overgangsmaatregelen, waardoor bedrijven moeite hebben om zich voor te bereiden.
- In de toekomst zullen er meer renovatie- en herontwikkelingsprojecten zijn in plaats van nieuwbouw op groene locaties. Bouwbedrijven moeten hun strategie hierop voorbereiden.
M.b.t. overheden
- Er zal overheidsgeld moeten vrijgemaakt worden voor de plannen en handhaving van de betonstop.
- Gemeenten moeten nieuwe ruimtelijke plannen ontwikkelen die rekening houden met de betonstop.
- Trajecten voor aanvragen voor vergunningen van bouwprojecten worden complexer en dus tijdrovender.
- Gemeentes zullen mogelijks geconfronteerd worden met juridische conflicten en weerstand van grond- en pandeigenaren.
- Gemeenten moeten de marktwaarde van een grond betalen aan de eigenaar als de grond wordt omgezet naar open ruimte. Dit is heel kostelijk.
- Om de hogere bevolkingsdichtheid in steden te ondersteunen, zullen er investeringen nodig zijn in infrastructuur en publiekelijke voorzieningen.
- Gemeenten innen opcentiemen op de onroerende voorheffing van woningen o.b.v. het kadastraal inkomen. Appartementen hebben over het algemeen een lager kadastraal inkomen, waardoor gemeenten minder verdienen.
Wat is de conclusie?
De betonstop in Vlaanderen is een ambitieuze, maar noodzakelijke stap richting een duurzamer en veerkrachtiger ruimtelijk beleid. Hoewel de maatregel uitdagingen met zich meebrengt, biedt het ook kansen voor innovatieve oplossingen en duurzame ontwikkeling. Uiteindelijk is 2040 nog relatief ver weg en tegen dat jaar zullen de regels misschien veranderen. We zijn benieuwd!
Bronnen: Bond Beter Leefmileu, HLN, Immoweb, Vlaanderen
Wil je dit artikel als bron vermelden? Gebruik dan:
Stiasteny, L. (2024, 2 augustus). Vlaamse betonstop (2040): Alles wat je moet weten. Appartement.be. Geraadpleegd op (datum XX/XX/202X), van https://www.appartement.be/alles-over-de-betonstop-in-vlaanderen